Roze heeft te maken met bloed, dat meestal helder is als het een bepaalde temperatuur bereikt. Dit is geen goede vuistregel voor het maken van lekker eten.
Het is vooral problematisch met dijen, omdat ze een ader bevatten die door het kookproces goed rood of roze kan blijven. Dit is minder het geval als de kip wordt gewassen of de aderen worden gereinigd.
De sleutel is de temperatuur, niet de kleur. Als u een vleesthermometer heeft, richt dan op 165-170°F (74-77°C), waarbij u er rekening mee houdt dat het vlees nog 5-10°F (3-6°C) zal blijven koken als het eenmaal is getrokken en 5 minuten zal rusten. Als u geen thermometer heeft, richt dan op vlees dat responsief mals is, maar niet te stevig, ondoorzichtig in plaats van doorzichtig, en niet slijmerig of gelatineachtig van textuur. Dijen zijn iets toleranter dan borsten als het gaat om uitdroging omdat ze meer vet hebben, maar niets is triester dan te gaar vlees (behalve misschien salmonella vergiftiging).