Het rijpen van vruchten wordt grotendeels veroorzaakt door een plantenhormoon dat ethyleen wordt genoemd, een gas. De meeste vruchten geven ethyleen af in steeds grotere hoeveelheden naarmate ze rijpen. De temperatuur bepaalt in belangrijke mate de snelheid van chemische reacties en dus ook de stofwisselingssnelheid van de producten (fruit en groenten). De ethyleenproductie neemt toe naarmate de temperatuur stijgt. De meeste vruchten rijpen het best bij of iets boven kamertemperatuur (68 - 70F). Lage temperaturen kunnen essentiële enzymen, die nodig zijn voor een volledige rijping, inactiveren. Het fruit kan het rijpingsproces niet voltooien en/of niet volledig op smaak komen. Wanneer vers fruit van de groeiende plant wordt losgemaakt, blijft het water doorlaten en verliezen; daarom is het zeer belangrijk dat de relatieve vochtigheid (85% RH) in de opslagatmosfeer hoog wordt gehouden. Doe fruit dat een hoge concentratie ethyleen afgeeft, zoals appels, peren, bananen, avocado’s en passievruchten, in een papieren zak met langzamer rijpend fruit, en daarna in een plastic zak om meer ethyleengas op te vangen.
Belangrijke variabelen die van invloed zijn op de houdbaarheid en de eetkwaliteit van groenten en fruit: 1. -tijd vanaf de oogst 2. -temperatuur -temperatuur 3.. -relatieve vochtigheid 4. -samenstelling van de atmosfeer 5. -ethyleen 6. -pest en ziekten 7. -behandeling vóór en na de oogst -behandelingen voor en na de oogst