Een gewone elektrische oven gebruikt een grote opgerolde weerstand als verwarmingselement. Een grote elektrische stroom wordt door dit element geleid die warmte genereert, vergelijkbaar met de wolfraam gloeidraad van een gloeilamp.
Een inductiekooktoestel genereert zelf geen warmte, maar _ induceert_ het de pot of de pan. Het doet dit met behulp van een snel oscillerend magnetisch veld. Dit veld induceert een elektrische stroom in een ferromagnetische pan die warmte opwekt en zo het voedsel verwarmt.
Inductiekachels zijn sneller, veiliger en energiezuiniger dan traditionele elektrische kachels. Er is beduidend minder elektriciteit nodig om het magnetisch veld op te wekken dan om voldoende stroom door een weerstand te sturen om het op te warmen. Ze zijn veiliger omdat ze zelf geen warmte opwekken. Nadat een pot van de “brander” (glasoppervlak) is gehaald, begint deze snel af te koelen.
Wat betreft de verschillen in het kookproces is er niet veel. U moet er alleen rekening mee houden dat het veel sneller opwarmt en veel sneller afkoelt dan een traditioneel elektrisch fornuis. Het heeft echter wel invloed op de keuze van de pannen. Alle aluminium pannen zullen niet werken, net zo min als sommige roestvrijstalen pannen van mindere kwaliteit. Als er een magneet aan de pan blijft plakken dan werkt het prima. De pan moet ook een vlakke bodem hebben om volledig contact te maken met het oppervlak.